Wat staat Doel en de omliggende polders
te wachten?
Doel en de polders worden bedreigd door de uitbreiding van de Antwerpse
haven. De haven is erop uit een zone van bijna 800 hectaren poldergrond
om te vormen tot haven- en industriegebied. Het algemene idee is
dat zij in dit gebied het grootste containerdok van Europa willen
bouwen, genaamd het Saeftinghedok. Voor dit idee bestaat geen concreet
plan noch is er een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd
om dit project te verantwoorden. Het enige wat vaststaat, is dat
de haven van Antwerpen uiteindelijk de vrije hand krijgt in dit
gebied zonder al teveel verzet van burgers of toezicht van overheden.
Om deze inname van grond voor industriële activiteiten mogelijk
te maken, is het nodig een hoeveelheid natuurgebieden (soms ook
aangeduid als natuurcompensaties) aan te leggen met een totale oppervlakte
van 770 hectaren. Dit is nodig om te voldoen aan de normen van de
Europese vogel- en habitatrichtlijn en het Europese Natura 2000-plan.
Deze nieuwe natuurgebieden ontstaan niet omdat het havenbedrijf
begaan is met natuurwaarden, maar wel omdat Vlaanderen in het verleden
is veroordeeld door het Europese Hof van Justitie voor de vernietiging
van beschermde natuurgebieden bij havenuitbreiding in de jaren 1980
en 1990.
U zou kunnen zeggen dat deze natuurgebieden een goede zaak zijn:
meer natuur kan nooit slecht zijn. Maar het zijn de polders die
hiervoor moeten wijken. De poldergrond van Doel staat bekend als
de meest vruchtbare grond van het Waasland. De Scheldepolders -
de meest oostelijke uitlopers van de kustpolders - zijn de laatste
getuigen van een uniek landschapsverhaal met grote historische waarde.
De polders van Doel zijn een nog goed bewaard stuk open ruimte,
iets dat erg zeldzaam is geworden in het Vlaamse landschap. En daarnaast
bevindt er zich in de polders zeer veel natuur die in harmonie samenleeft
met de mens en het erfgoed. Deze zeldzaam geworden natuur zal door
de nieuwe artificiële natuurgebieden worden vernietigd met
als paradoxale bedoeling de biodiversiteit te vergroten.

De Saeftinghezone
is paars ingekleurd,
de natuurcompensaties zijn groen ingekleurd
(bij de natuurcompensaties is ook Prosperpolder-Noord opgenomen)
Het dorp Doel, de gehuchten Ouden Doel, Saftingen en Rapenburg
en tientallen hoeves in de polder zullen worden gesloopt. Daarmee
zal veel waardevol erfgoed verloren gaan. Meer dan 1600 hectaren
poldergrond zullen verdwijnen (een gebied groter dan de volledige
stad Antwerpen). Meer dan 200 inwoners in Doel en de polders zullen
worden onteigend en worden gedwongen hun huizen te verlaten (meer
dan 700 inwoners hebben reeds onder psychologische druk hun woning
verkocht en zijn weggetrokken). Het industriegebied zal worden opgespoten
met een laag zand van 9 tot 11 meter hoogte. De natuurgebieden zullen
worden ingericht binnen de nog overgebleven polders. Alle gebouwen
en bewoners zullen worden verjaagd uit deze streek.
Doel en de polders zullen voor altijd verloren gaan.
Is het vernietigen van Doel en de polders
nodig?
Economische groei en nieuwe jobs in de haven zijn perfect mogelijk
zonder Doel en de polders te vernietigen. De haven van Antwerpen
en de Vlaamse regering houden evenwel vol dat de havenuitbreiding
noodzakelijk is. Economische groei en nieuwe jobs zijn noodzakelijk.
De EGD&P is zich hiervan bewust en verzet zich hier niet tegen.
Maar de EGD&P - en met ons nog vele anderen - is ervan overtuigd
dat economische groei in de haven mogelijk is zonder dat de haven
1600 hectaren woon- en landbouwgebied hoeft te vernietigen. De bewijzen
liggen voor de hand:
- De totale capaciteit voor containerbehandeling in de haven
van Antwerpen wordt amper voor de helft benut. Het jaar 2010 was
voor de haven van Antwerpen het op één na beste
jaar wat betreft goederen- en containerbehandeling. In dat jaar
heeft het Deurganckdok maar op 16% van zijn totale capaciteit
gewerkt (volgens gegevens die afkomstig zijn van PSA, DP World
en de MLSO). Dit staat los van de economische crisis.
- De capaciteit voor containerbehandeling stijgt ieder jaar door
automatisatie en technologische vooruitgang die de productiviteit
van containerterminals verhogen. In de toekomst wordt geschat
dat de gemiddelde capaciteit met meer dan de helft zal stijgen.
Dit betekent dat er 50% meer containers zullen worden behandeld
op dezelfde grond- en wateroppervlakte.
- Honderden hectaren grond in de haven van Antwerpen zijn nog
beschikbaar voor nieuwe bedrijven of worden in de komende jaren
in gebruik genomen (vb. Logistiek Park Waasland, Logistiek Park
Schijn, Vlakte van Zwijndrecht, Loghidden City van Katoen Natie).
- Honderden hectaren grond in de haven die in het bezit zijn
van chemische en petrochemische bedrijven, liggen er al tientallen
jaren ongebruikt bij (vb. Solvay, Exxon Mobil, Monsanto, Lanxess,
...).
- Bedrijven komen en gaan. Wanneer bedrijven verdwijnen, blijven
de gronden ongebruikt achter. Door aan inbreiding te doen, kunnen
deze terreinen opnieuw in gebruik genomen worden (vb. de oude
terreinen van Opel Antwerpen met een oppervlakte van bijna 100
hectaren).
- Het wegennet van Vlaanderen is nu reeds overbelast. Indien
een extra 9 miljoen vrachtwagens per jaar de haven verlaat of
aandoet, zal dit een kwalijk verkeersinfarct teweegbrengen bovenop
de stilstand die reeds nu onze wegen beheerst. De Oosterweelverbinding
is enkel gericht op de Antwerpse ring. De problemen op andere
verkeersknooppunten zullen hiermee niet worden opgelost. Het knelpunt
dat Antwerpen nu is, zal zich verplaatsen naar elders.
- Containerschepen blijven groeien in omvang. Ondanks de recent
uitgevoerde Scheldeverdieping, zal Antwerpen in de toekomst de
grootste schepen niet kunnen ontvangen (zowel omwille van de diepte,
als uit veiligheidsoverwegingen). Momenteel wordt er gebouwd aan
schepen met een capaciteit van 18.000 TEU (standaardcontainers).
Het is nu reeds millimeterwerk voor de haven van Antwerpen om
de grootste schepen van 14.000 TEU te ontvangen.
- Zeebrugge heeft de perfecte ligging voor het ontvangen van
containerschepen en kan zonder problemen verder uitbreiden in
zee. De haven van Zeebrugge is in staat de grootste containerschepen
te ontvangen en het zou daarom maatschappelijk verantwoord zijn
Zeebrugge als containerhaven uit te bouwen in samenwerking met
de haven van Antwerpen. In het buitenland is een soortgelijke
samenwerking reeds verwezenlijkt door de havens van Hamburg en
Bremen.
Er zijn nog tal van andere argumenten die aantonen dat een gigantisch
containerdok of logistieke zone aanleggen gelijk staat aan megalomanie.
Economische groei is mogelijk binnen de huidige grenzen
van de haven en zal in de toekomst ook nog mogelijk zijn.

Alle
terreinen in de haven waar toekomstige uitbreiding en ontwikkeling
nog kan/zal plaatsvinden
Waarom worden er natuurcompensaties aangelegd?
In 1988 heeft de Vlaamse overheid de volledige Waaslandhaven en
de polders ten noorden daarvan aangeduid als Vogelrichtlijngebied.
Dit kaderde binnen het Europese initiatief Natura 2000 voor het
behoud van de biodiversiteit in Europa. Alle EU-lidstaten dienden
daarbij te voorzien in het behoud van gebieden ter bescherming van
de aanwezige vogelpopulaties (Vogelrichtlijn) en andere zeldzame
of bedreigde diersoorten (Habitatrichtlijn). In die tijd lagen er
in de Waaslandhaven honderden hectaren grond ongebruikt bij omdat
de economische 'boom' van de jaren '60 en '70 voorbij was. De landbouwgronden
en gehuchten in deze gebieden waren toenertijds onteigend voor de
uitbreiding van de haven. Omdat deze gebieden braak bleven liggen,
hadden vogels en andere dieren er zich geleidelijk aan genesteld.
Maar tijdens de jaren '90 trok de economie opnieuw aan en werden
deze gebieden ingenomen door nieuwe bedrijven en haveninfrastructuur.
Daardoor verloren de vogels hun verblijfplaats, onder meer door
de aanleg van het Deurganckdok.
Maar door het gebied als Vogelrichtlijngebied aan te duiden, is
de Vlaamse overheid verplicht ervoor te zorgen dat het vogelbestand
ten allen tijde in stand wordt gehouden binnen het aangeduide gebied.
Aangezien dit in het verleden nooit is gebeurd, is Vlaanderen meermaals
veroordeeld geweest door het Europese Hof van Justitie en de Europese
Commissie. Daarom wordt er nu een gigantisch natuurgebied aangelegd
om het vogelbestand opnieuw op het peil van 1988 te brengen. Dit
natuurgebied moet binnen de vastgelegde grenzen van het Vogelrichtlijngebied
liggen. De hoeveelheden vogels uit 1988 zijn gebaseerd op fictieve
schattingen aangezien de oorspronkelijke hoeveelheden niet gekend
zijn. Vlaanderen pretendeert onschuldig te zijn en beweert dat Europa
hen hiertoe dwingt. Maar het is intellectueel oneerlijk Europa met
de vinger te wijzen. Toen de Vlaamse overheid de Waaslandhaven had
aangeduid als Vogelrichtlijngebied in 1988, wist zij dat het gebied
in de onmiddellijke toekomst zou worden gebruikt voor havenuitbreiding.
En zij wist dus ook dat deze vogelgebieden in de toekomst gecompenseerd
moesten worden.
Bovenop deze natuurcompensaties wordt momenteel ook een intergetijdengebied
van 170 hectaren aangelegd in de polders van Prosperpolder tegen
de Nederlandse grens. Dit gebied wordt ingericht als natuurgebied
dat continu overstroomt door de getijdenwerking van de Schelde.
De aanleg ervan kadert binnen de akkoorden gesloten met Nederland
voor de uitdieping van de Schelde. Recentelijk heeft Nederland definitief
beslist hun onderdeel van dit gebied (de Hedwigepolder) niet te
ontpolderen. Vlaanderen houdt evenwel vast aan de aanleg van dit
natuurgebied en is op dit moment bezig met het slopen van alle gebouwen
binnen deze polder, waaronder de waardevolle Sint-Antoniushoeve
en de oude poldertaverne 'De Schoof'.

De groen ingekleurde gebieden
zijn de toekomstige natuurcompensaties die zullen worden aangelegd (donkergroen:
natuurcompensaties, lichtgroen: intergetijdengebied Prosperpolder)
Zal de haven nog verder uitbreiden?
De haven van Antwerpen heeft in haar Strategisch Plan (2006) aangegeven
dat deze havenuitbreiding de laatste grote uitbreiding zal zijn.
Het is onwaarschijnlijk dat Kieldrecht of Verrebroek in de toekomst
zullen verdwijnen. Maar het is zeer waarschijnlijk dat de haven
zich in de toekomst zal richten tot de natuurgebieden die nu worden
aangelegd. Mits een aantal wettelijke aanpassingen, spitsvondigheden
of nieuwe natuurcompensaties mag dit geen probleem vormen. Dat is
de verborgen tactiek die de haven van Antwerpen op dit moment hanteert.
Door nu in dit gebied natuurcompensaties aan te leggen en alle bewoners
te verjagen, verzekeren zij dit gebied voor de toekomst. Men kan
dus spreken van verdoken havenuitbreiding.
Waarom zijn Doel en de polders waardevol?
Doel en het omringende polderland zijn de laatste getuigen van
een uniek urbanisatie- en landschapsverhaal. Doel in zijn huidige
vorm is gesticht in 1614, maar de eerste sporen van bewoning dateren
uit de 12e eeuw. Vóór de 17e eeuw was Doel een eiland
in de Schelde. De eerste vermelding van deze plek dateert van 1267,
wanneer Doel 'De Doolen' heette. ‘De Doolen’ verwijst
naar ‘greppel’, ‘grensgreppel’ en ‘grenswater’.
De meervoudsvorm ‘De Doolen’ duidt op een geheel van
eilandjes. Dat zie je ook op de eerste afbeelding van Doel (Scheldekaart
van 1468, bewaard in het Rijksarchief te Brussel).
Herhaaldelijk
heeft men getracht dit gebied in te polderen, maar dat vlotte niet.
Tot de 18de eeuw was Doel een eiland temidden van ondergelopen land
en zelfs op de dag van vandaag heeft men ten noorden van Doel ‘het
Verdronken Land van Saeftinghe’. Dat kan men nog duidelijk zien rond de Doelpolder aan de overgebleven
dijkstructuur die vroeger het eiland zijn vorm gaf. Tijdens de Tachtigjarige
Oorlog werd het volledige gebied geïnundeerd door de Spanjaarden.
Enkel Doelpolder hield stand en was daarom een geliefde pleisterplek
in de oorlogshandelingen. Naar aanleiding van het Twaalfjarig bestand
hebben in 1613 rijke families uit Antwerpen Doelpolder opnieuw ingedijkt
en is Doel in zijn huidige vorm aangelegd.
Doel is bijzonder door het dambordpatroon waarin de straten zijn
aangelegd. Niet alleen het dorp maar ook de wegen van het vroegere
eiland volgen dit dambordpatroon. Doel is één van
de eerste voorbeelden van stadsplanning in dambordpatroon in Noord-Europa,
een urbanisatieplan dat voornamelijk in Nederland ingang vond in
de 17e eeuw en dat door de Nederlanders is geïmporteerd naar
Amerika, met als bekendste voorbeeld New York. In die periode werden
ook het Hooghuis en de Scheldemolen gebouwd, beide beschermde monumenten.
De molen is de oudste (!) stenen windmolen van het land (1611) én
de enige windmolen op een zeedijk. Het barokke Hooghuis (1613/1643)
wordt geassocieerd met de entourage van de beroemde 17de eeuwse
Antwerpse schilder Pieter Paul Rubens.
De stenen
windmolen van Doel (1611)
Het dorp bezit ook een een getijdenhaven met een originele 19e
eeuwse afwateringssluis of spuikom. In het verleden werd Antwerpen
via dit haventje bevoorraad met gerst en aardappels uit de polders.
Hieruit is Flandria ontstaan, een beroemde Antwerpse rederij die
nog steeds toeristische Scheldecruises organiseert. Vandaag doet
het haventje dienst als jachthaven en is ze het tafereel van de
Scheldewijdingsfeesten die sinds de jaren ’70 elk jaar in
augustus doorgaan.

De jaarlijkse
Scheldewijding in Doel
Voor een klein dorp als Doel, zijn er in verhouding zeer veel mooie
en waardevolle gebouwen terug
te vinden. Om er een aantal te noemen: de kerk, de pastorij, het
gemeentehuis, een aantal dokterswoningen en verscheidene herenhuizen.
Veel waardevol erfgoed is tussen 2006 en 2009 gesloopt
door de Maatschappij Linkerscheldeoever.
Het ‘Eylandt den Doel’ is volledig omringd door oude
zeedijken. Deze zijn sinds de 15e eeuw nagenoeg onaangetast gebleven
en herbergen een unieke historische, landschappelijke en botanisch
rijkdom. Het landschap wordt verder gekenmerkt door de pittoreske
dijkgehuchten Saftingen, Rapenburg, Zoetenberm en Ouden Doel. In
de Doelpolder, Luyspolder, Prosperpolder, Nieuw Arenbergpolder en
Oud Arenbergpolder zijn verschillende waardevolle hoeves terug te
vinden zoals Hof ter Walle.

Ferrariskaart
van Doel (circa 1775)
Het dorp speelde een rol in de Keteloorlog (1784), de Tweede Wereldoorlog
en andere historische gebeurtenissen.
Doel ligt centraal tussen de toeristische trekpleisters en erfgoedsites
Fort Liefkenshoek, Lillo en Prosperpolder, allen verbonden met elkaar
via de overzetdienst Doel-Lillo die vanaf Pasen tot eind september
ieder weekend gratis vaart.
Indien Doel verdwijnt, wat zal er gebeuren
met het erfgoed?
De Vlaamse regering is voorstander om de drie beschermde monumenten
van Doel te verplaatsen: de Scheldemolen, het Hooghuis en het orgel
van de kerk. Een definitieve locatie is niet vastgelegd, maar de
voorkeur van het gemeentebestuur van Beveren gaat uit naar Prosperpolder.
Daar zou dan een mini-Doel komen op zijn ‘Bokrijks’.
De EGD&P, en samen met haar de ganse erfgoedwereld, verzet
zich tegen de verplaatsing van erfgoed. Vanaf het ogenblik dat erfgoed
uit zijn context wordt weggerukt, verdwijnt ook de waarde ervan.
Het Openluchtmuseum Bokrijk is helaas de facade van de blinde afbraakwoede
in ons land sinds de jaren ’60 van vorige eeuw, een donkere
bladzijde in ons erfgoedverleden. En daar wil toch niemand die het
ernstig meent met erfgoed voor tekenen?

Het
Hooghuis (Doel)
Het lijkt er op dat Doel wordt beroofd van zijn erfgoed, nog vóór
de definitieve beslissing over Doel gevallen is. Om een voorbeeld
te geven: begin februari 2011 heeft de gemeente Beveren zonder enige
aanleiding besloten om het oud-strijdersmonument van de RAF aan
het haventje van Doel te verplaatsen. Dit monument is niet beschermd,
maar er liep een klasseringsprocedure. Als drogreden werd aangehaald
dat protestacties de jaarlijkse herdenking zouden hebben verstoord.
Een pertinente leugen. De oud-strijdersverenigingen in Groot-Brittannië
en België hebben geprotesteerd tegen de beslissing om het monument
te verplaatsen. Zij beschouwden het als een belediging aan het adres
van de oudstrijders uit WO II.
Op 28 maart 2011 om 4u 's nachts is het monument onaangekondigd
en in allerijl verwijderd. Enkel de obelisk en de gedenkplaten zijn
meegenomen. De sokkel is daarna in zijn geheel vernietigd. De gemeente
Beveren heeft na verder aangezweld protest beslist om het monument
te verplaatsen naar de Scheldedijk ten noorden van de Kerncentrale
Doel, een "compromisoplossing". Eerst had de gemeente
beslist het monument naast de kerk van Prosperpolder te plaatsen
maar daarvoor kreeg de gemeente geen toestemming van de kerkfabriek.
Begin juli 2011 werd het monument ingewijd door een grote delegatie
geleid door burgemeester Van De Vijver. Nu staat het Brits Monument
ergens 'in the middle of nowhere' op de Scheldedijk. Staan het Hooghuis,
de Scheldemolen en het orgel van de kerk hetzelfde lot te wachten?

Afbraak van het Brits Monument
Is het niet-beschermde erfgoed van Doel gedoemd te verdwijnen?
Veel erfgoed is nooit beschermd geworden omwille van de problematiek
rond Doel, die al sinds de jaren '60 bestaat. Nieuwe beschermingsprocedures
zijn reeds jaren uitgesloten, ondanks dat veel erfgoed zeker het
beschermen waard is. De reden hiervoor is dat zowel de Vlaamse overheid
als de haven dit niet wensen. De Vlaamse overheid wenst het beschermde
erfgoed te verplaatsen wat hen gezichtsverlies bespaart. De haven wenst
het beschermde erfgoed als probleem te neutraliseren en zien in verplaatsing
een goede oplossing. Indien nieuw erfgoed beschermd zou worden, wordt
het kostenplaatje te groot voor zowel de Vlaamse overheid als voor de haven.
Om die reden worden nieuwe beschermingen geblokkeerd en dreigen deze gebouwen
voor altijd te verdwijnen.
Is er een alternatief ?
De EGD&P heeft een duidelijke visie en wil daar voor strijden.
In januari 2009 bezetten activisten het ‘Hof ter Walle’,
een historische boerderij uit de 18e eeuw. De hoeve was gedoemd
te verdwijnen voor de aanleg van een tijdelijk natuurgebied. Dit
natuurgebied moet natuurwaarden compenseren, die verdwenen wegens
de aanleg van het Deurganckdok. Actie, lobbywerk van de academische
wereld en een petitie waarop in 48 uur meer dan 1000 mensen intekenden,
deed de Vlaamse regering twijfelen. Er werd een studie besteld bij
het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE). Deze studie
wees uit dat het Hof ter Walle van zeer grote erfgoedwaarde is.
Naast deze hoeve werden omwille van hun grote erfgoedwaarde trouwens
nog eens 15 hoeves geselecteerd in bedreigd gebied. Van de 16 waren
er maar 8 opgenomen in de Inventaris voor bouwkundig erfgoed.

Hof
ter Walle
Een grondig onderzoek dringt zich op. Dit moet kaderen in een duurzaam
ontwikkelingsplan waarmee alle betrokkenen zich kunnen identificeren.
De Erfgoedgemeenschap Doel & Polder heeft een eerste aanzet
gedaan met het document ‘de
Hub Doel-Lillo’. Dit document baseert zich op de Conventie
van Faro en het Nederlandse beleid (Nota Belvedere, 1999) waarbij
reeds meer dan 10 jaar rekening gehouden wordt met erfgoed in ruimtelijk
beleid. Samen met Doel 2020, KunstDoel en 100 erfgoedverenigingen
in binnen- en buitenland staat de Erfgoedgemeenschap Doel &
Polder voor een alternatief dat zachte en harde waarden integreert.
De Scheldedorpen Doel en Lillo kunnen de link, de 'hub', zijn tussen
de harde waarden van stad en haven en de zachte waarden van de open
ruimte van de polder met kleine historische dorpen en natuurlijk,
agrarisch en cultureel erfgoed. Zachte waarden en harde waarden
vullen elkaar aan en brengen duurzame welvaart in de regio door
het aanzwengelen van toerisme en andere toegevoegde waarde in bijvoorbeeld
landbouw, wellness, haven- en Scheldetoerisme, kunst-, natuur- en
erfgoedbeleving.
|